Bij de berekening van kosten en opbrengsten vergelijkt de projectorganisatie van de Trambaanfietsroute deze altijd met de Vennbahnradweg. Deze twee projecten kunnen echter niet zonder meer vergeleken worden.

Verschillen in de ontwikkeling van het toerisme.

De Vennbahnradweg gaat over een afstand van 124 km van Aken naar Luxemburg.
Tot de aanleg van de Vennbahnradweg waren de gebieden rechts en links van het tracé toeristisch maar beperkt toeristisch ontwikkeld.
Onderstaand enkele aantallen uit het jaar 2013 (dus reeds met de positieve effecten van de Vennbahnradweg) die het bovenstaande bevestigen.

• Aantal overnachtingen in de Stad Aken 2013: 909.496 (Bron)
• Aantal overnachtingen in Monschau 2013: 151.256 (Bron)
• Aantal overnachtingen in de DG (Duitstalige Gemeenschap St. Vith, Burg Reuland) 2013: 304.968 (Bron)

De situatie in het gebied van de geplande trambaanfietsroute is totaal anders. Hier gaat de route door gemeenten en gebieden die al in hoge mate toeristisch ontwikkeld zijn. Volgens de "Toeristische Trendrapportage Limburg 2012-2013" telt Zuid-Limburg reeds 4.096.000 overnachtingen (Bron).

Dat er in de toeristische ontwikkeling een duidelijk verschil is tussen de gebieden van de Vennbahn en de Trambaan staat buiten kijf. En toch oriënteert de projectgroep zich uitsluitend en alleen aan de getallen van de Vennbahnradweg.

De Vennbahn is 124 km lang, de Trambaan wordt ca. 32 km lang, dus 1/4 van de lengte van de Vennbahn. De Projectorganisatie deelt derhalve eenvoudig alle cijfers van de Vennbahn door 4 (Zie Grafiek van de Projectorganisatie, Blz.7 van de Presentatie der Projectorganisatie):

• De Vennbahnradweg heeft € 14.500.000 gekost. De Trambaanfietsroute gaat dus € 4.000.000 kosten.
• De Vennbahnradweg zou elk jaar voor € 2.560.000 € extra economisch rendement in de regio moeten zorgen. Dus "berekent" de projectgroep het economisch rendement voor de regio hier op  € 630.000.

Deze berekening zal zo echter niet opgaan:

• De Vennbahnradweg is meteen na het verwijderen van de rails op het bestaande spoorbed aangelegd..
• De Vennbahnradweg gaat niet over bestaande wandelwegen en maar heel zelden door kleine kernen omdat het spoor vroeger niet over zulke wegen aangelegd werd.
• Voor de trambaanfietsroute moet over 9 km een volledig nieuwe geasfalteerde weg aangelegd worden..
• De Trambaanfietsroute zal op veel plaatsen het wandelen nagenoeg onmogelijk maken en de wandelaars (dus ook toeristen) uit deze regio verdringen.
• De Trambaanfietsroute zal fietsers van de reeds bestaand fietsroutes (De VV Zuid-Limburg heeft alleen reeds 52 fietsroutes) en de LF6 (Landelijke fietsroute 6) weglokken, en derhalve niet eenvoudigweg meer fietsers naar de regio lokken. De bestedingen langs de Trambaanfietsroute gaan grotendeels ten koste van de bestedingen langs de andere routes.
• De Trambaanfietsroute zal op veel plaatsen een obstakel zijn voor het landbouwverkeer met alle risico's van dien.

Wij denken dat de gemeenten en de provincie naar een gunstig financieel plaatje voor de trambaanfietsroute toegerekend hebben.

De trambaanfietsroute gaat ten koste van de natuur en het landschap .De bewoners van de regio, de wandelaars en de landbouwers zijn het kind van de rekening.